Leidraad voor het verkrijgen van een persbewijs

Zie ook het Keuringsreglement voor Modelstoomketels

  • Er dient de rekenmeester een duidelijke bouwtekening te worden overlegd waarin aangegeven alle noodzakelijke aanzichten en doorsneden, materiaalspecificaties, details van las- en soldeerverbindingen, alsmede opgave van de maximale werkdruk en berekend volume. De aanzichten, doorsneden en individuele onderdelen waaronder de veiligheidsklep(pen) moeten zijn bemaat. Van alle onder druk staande onderdelen moeten de wanddiktes duidelijk zijn aangegeven. Dit geldt ook voor tekeningen die niet door de bouwer zelf zijn vervaardigd (erkende of handelstekeningen). De ontwerp- en beoordelingsnormen zijn opgenomen in het “Handboek Modelstoomketels”, een gezamenlijke uitgave van de Stoomgroep Holland en de NVM. Na goedkeuring zal de rekenmeester de tekening voorzien van handtekening en datum. Het voorgaande geldt ook voor tekeningen die kant en klaar worden gekocht van derden. Ook dan moet de tekening ten behoeve van het constructiedossier van een handtekening en datum van een rekenmeester worden voorzien.
  • De tekening dient vóór de aanvang van de bouw aan de betreffende inspecteur te worden overlegd.
  • De proefpersing kan worden geweigerd indien de vervaardiging duidelijk aanwijsbare tekortkomingen vertoont, of indien de ketel duidelijk aantoonbaar en op ontoelaatbare wijze afwijkt van de vóór aanvang van de bouw overlegde tekening en zoals vastgesteld door de inspecteur.
  • De ketel dient voor de eerste keuring te worden aangeboden zonder bekleding of appendages, met afgestopte openingen en voorzien van een aansluitnippel G ¼” inwendig. Bij het persen en bij elke herkeuring wordt de eigen manometer van de Modelstoomketel gecontroleerd aan de hand van de persmanometer.
  • De proefpersing geschiedt met leidingwater, max. 45°C, en een druk van 2 x PS (PS = maximale werkdruk) voor stalen, roestvaststalen en koperen ketels. Deze druk zal tenminste 15 minuten worden gehandhaafd. In Cat.II zal de NoBo de persdruk en persprocedure bepalen.
  • Bij goed gevolg wordt de ketel onder toezicht van de inspecteur voorzien van het corresponderende nummer en keurmerk. Het persbewijs wordt afgegeven maar krijgt pas na de afgenomen stoomproef volledige geldigheid.
  • Stoomproef: Bij goed brandend vuur en krachtig in werking zijnde aanjager mag de stoomdruk bij geopende veiligheden de maximale werkdruk met niet meer dan 10% overschrijden. In geval van een Cat.II ketel zal de stoomproef bij de NoBo plaatsvinden.
  • De ketel dient voorzien te zijn van de volgende appendages:
    • – manometer, voorzien van rode streep op de maximale werkdruk
    • – minstens één afgeschermd peilglas
    • – twee onafhankelijk van elkaar werkende voedingstoestellen
  • Op beurzen en tentoonstellingen zal van de bouwers/eigenaren worden verwacht dat zij een ingevuld Certificaat van Deugdelijkheid bij zich hebben (te downloaden van deze site) indien zij de ketel, mits de werkdruk niet hoger is dan 3 bar en het volume kleiner dan 2 liter, op stoom willen brengen. Indien de werkdruk hoger is dan 3 bar dient men een geldig bewijs van een met goed gevolg afgelegde stoomproef te kunnen overleggen en mag de herkeuringstermijn van 2 jaar niet zijn overschreden.
Scroll naar boven